Andrea (31) is niet in staat om te werken: Dit komt allemaal door haar ouders!
Het leven van de 31-jarige Andrea uit Eindhoven is ontzettend moeilijk, iedere maand moet ze weer kijken hoe zij rond…
Het leven van de 31-jarige Andrea uit Eindhoven is ontzettend moeilijk, iedere maand moet ze weer kijken hoe zij rond moet komen.
Ze woont in een sociale huurwoning en leeft al heel veel jaren van een uitkering. Naar eigen zeggen is werken niet mogelijk doordat zij de scheiding van haar ouders niet heeft kunnen verwerken.
”Mijn ouders hadden altijd ruzie. dat begon toen ik een jaar of twaalf was. Uiteindelijk gingen ze uit elkaar toen ik 18 was.’‘
”Het deed ontzettend veel met me. De stabiele thuissituatie die andere kinderen hadden, viel voor mij ineens weg. Het was heel erg moeilijk.”
Na de scheiding vertrekt haar vader naar Helmond, dit daar hij geen woning in de buurt kan vinden. ”Dat is ook niet in de buurt, dus ik zag hem niet zo vaak.”
Ze probeert de scheiding van haar ouders een plekje te geven, echter lukt het haar niet. ”Mijn hele leven lag in diggelen. Mijn ideaalbeeld was compleet verdwenen.”
Andrea gaat naar school en om wat centjes te verdienen heeft ze een bijbaantje. Echter begint ze zich steeds meer op te sluiten. ”Ik kon het gewoon niet verwerken.”
‘‘Het liefst lag ik op de bank en wilde ik niemand zien. Dat ging dan dagenlang zo door. Door de scheiding had ik helemaal geen energie meer.’‘
Haar moeder ziet dat het niet goed met haar gaat en laat dan ook vaak weten dat ze echt haar leven moet gaan oppakken.
”Ze vond dat ik me aanstelde. Ze zei het niet letterlijk maar uit haar woorden maakte ik dat wel op. En dat terwijl ze ook voor mij samen hadden kunnen blijven.’‘
Andrea kan het allemaal niet meer aan en besluit te stoppen met school, ook gaat ze niet meer naar haar baantje. ”Ik wilde wel, maar ik kon het niet.”
Ze leeft inmiddels al elf jaar van een uitkering. ‘‘Soms heb ik goede dagen en heb ik weer zin in het leven. Maar dan krijg ik weer een terugslag.”
”Mijn uitkering is ook niet hoog, weet je. Iedereen die in de bijstand zit, kan hierover meepraten. Ik kan nog maar net mijn hoofd boven water houden.”
‘‘Soms sta ik in de supermarkt en dan barst ik spontaan in tranen uit. Ik ben ook maar een mens, ik wil ook leuke dingen doen en lekker eten.”
”Het klinkt voor een buitenstaander misschien heel vreemd, maar ik houd mijn ouders verantwoordelijk voor hoe ik nu moet leven.”
‘‘Mijn vader en mijn moeder vinden dat onzin. Zij hebben hun leven weer opgepakt en hebben allebei een nieuwe partner. En ik? Ik zit hier maar.”