Advocaat Maxime met de grond gelijk gemaakt: ‘Daar gaat zijn moment of fame’

Evert Santegoeds beweert dat Maxime Meiland een advocaat, Sébas Diekstra, heeft gekozen die net als zij graag in de schijnwerpers staat.

Santegoeds suggereert dat Diekstra deze zaak aangrijpt voor zijn eigen ‘moment of fame’. Maxime Meiland heeft in haar boek onthuld dat ze op vijftienjarige leeftijd is verkrcht.

De man die zij beschuldigt, is naar voren gekomen om zijn kant van het verhaal te delen. Hij beweert dat hun ontmoeting eindigde met een vrijwillige intimiteit in de bosjes.

De beschuldigde man ontkent dat er sprake was van verkrchting en heeft aangifte gedaan tegen Maxime. Hij eist dat haar boek uit de handel wordt genomen en dat er een rectificatie komt in De Telegraaf.

Maxime en haar advocaat Diekstra zijn niet akkoord gegaan met deze eisen, wat heeft geleid tot een rechtszaak.

De smaadzaak tegen Maxime wordt op 19 januari achter gesloten deuren behandeld, aangezien de beschuldigde man anoniem wil blijven.

Maxime heeft zelf nooit aangifte gedaan en er is voor zover bekend geen bewijs of getuigen. Advocaat Diekstra is het niet eens met de beslissing om de zaak achter gesloten deuren te houden.

Hij vindt het opmerkelijk, gezien de actieve media-aanwezigheid van de beschuldigde de afgelopen weken.

De man heeft twee interviews gegeven na dertien jaar van beschuldigingen. “Het is echt een gotspe om dat te zeggen,” reageert de advocaat van de beschuldigde.

Santegoeds bekritiseert Diekstra in zijn podcast ‘Strikt Privé’, begrijpend waarom de advocaat baalt van de besloten zitting. “Daar gaat z’n moment of fame.”

Evert merkt op dat Diekstra geneigd is tot publiciteit en de zaak liever publiekelijk had gezien. “Maar ja, die jongen heeft een redelijk belang om zijn naam niet bekend te maken.”

”Laten we eerst maar duidelijk worden dat hij het niet gedaan heeft, dan kan hij alsnog open en bloot zijn verhaal doen.”

De anonimiteit van de beschuldigde blijft echter een vraagteken voor Evert. “Ik weet niet wat we ervan gaan zien.”

”Die jongen zal toch op de een of andere manier de rechtbank in komen en er weer uit moet. We gaan het wel beleven.”