Jim: ‘Ik werk me kapot terwijl mijn buurman in de bijstand een luxe leventje weet te leiden’
Soms heb je van die periodes dat je het even helemaal hebt gehad met een bepaalde situatie, zo ook de…
Soms heb je van die periodes dat je het even helemaal hebt gehad met een bepaalde situatie, zo ook de 42 jarige Jim.
“Ik werk me kapot, draai weken van 50 uur, en toch lijkt mijn buurman, die in de bijstand zit, net zo goed te leven als ik. Hoe dan?”
”In de herfstvakantie ging hij zelfs op vakantie. Terwijl ik hier gewoon weer aan het werk was.” Zodra Jim hierover praat is de frustratie goed zichtbaar.
“Ik sta elke dag vroeg op, werk hard voor mijn gezin, en zorg ervoor dat de rekeningen betaald worden,” aldus Jim.
”Maar als ik naar mijn buurman kijk, lijkt het alsof hij zich nergens zorgen over maakt. Hij gaat lekker met z’n gezin weg, heeft een nieuwe televisie gekocht, en ik vraag me af: hoe kan dat?”
Jim is niet de persoon die anderen geen geluk gunt. “Ik snap dat het leven niet voor iedereen makkelijk is, en ik weet dat sommige mensen echt niet anders kunnen.”
”Maar ik vraag me af: hoe kan iemand die in de bijstand zit, dezelfde dingen doen als ik, terwijl ik er keihard voor moet werken? Het voelt gewoon niet eerlijk.”
Toen hij zijn buurman vrolijk in de auto zag stappen met een dakkoffer erop., begon het Jim pas echt op te vallen. “Ze gingen een weekje naar een vakantiepark. Dat is toch niet normaal?”
”Ik heb nog even gedacht: misschien spaart hij daar jaren voor. Maar ik hoor hem ook regelmatig vertellen over nieuwe spullen die hij koopt. Ik begrijp het gewoon niet.”
Regelmatig bespreekt Jim dit onderwerp met familie en vrienden. “Ik ben echt niet de enige die dit ziet. Veel mensen hebben hetzelfde gevoel: dat het systeem scheef is. Dat werken niet meer loont.”
”Ik bedoel, waarom zou je je dan nog uit de naad werken als je in de bijstand hetzelfde kunt leven? Het voelt gewoon alsof ik voor niks al die uren draai.”
De gedachte dat er misbruik wordt gemaakt van het systeem, zit Jim nog het meest dwars. “Ik heb soms het idee dat mensen precies weten hoe ze de regels kunnen buigen.”
”Ik ken verhalen van anderen die mensen in de bijstand kennen en toch alles kunnen doen wat ze willen. Ik weet niet of het waar is, maar het blijft knagen.”
Jim probeert toch nuchter te blijven ondanks zijn frustratie. “Misschien is het niet wat het lijkt. Misschien heeft hij familie die hem helpt of heeft hij een slimme manier gevonden om te sparen.”
”Maar het blijft een raar gevoel als ik aan het werk ben en hij zorgeloos lijkt te leven.” In deze kwestie voelt Jim zich dan ook vaak niet gehoord.
“Als ik dit onderwerp aansnijd, krijg ik vaak te horen dat ik niet zo moet klagen. Dat ik blij moet zijn dat ik kan werken en een goed leven heb. Dat weet ik ook wel, maar het gaat om het principe. Het voelt gewoon oneerlijk.”
Jim hoopt dat het systeem in de toekomst betrouwbaarder gaat worden. “Ik denk dat mensen best willen werken, maar dat de balans gewoon beter moet zijn.”
”Het moet lonen om hard te werken, en je moet niet het gevoel hebben dat anderen zonder moeite hetzelfde leven kunnen leiden.”
Met een duidelijke boodschap sluit hij zijn frustratie af: “Ik gun iedereen een goed leven, echt waar. Maar het systeem moet wel kloppen.”
”Ik wil niet het gevoel hebben dat mijn harde werk voor niks is, terwijl een ander het gewoon krijgt. Dat is niet goed voor de motivatie en al helemaal niet voor het vertrouwen in de samenleving.”