Pieter niet blij met manier waarop hij wordt aangesproken door jongere: ‘Respectloos’

Pieter niet blij met manier waarop hij wordt aangesproken door jongere: ‘Respectloos’

De 70 jarige Pieter kan zijn bezoekje aan de supermarkt van onlangs maar niet loslaten. De aanspreekvorm die een jongere…

11 december 2024 Uit Door Lekker Dan

De 70 jarige Pieter kan zijn bezoekje aan de supermarkt van onlangs maar niet loslaten. De aanspreekvorm die een jongere medewerker gebruikte zit hem nog steeds dwars.

Wanneer hij met zijn boodschapjes bij de kassa arriveert wordt hij aangesproken door een jongere medewerker. “Kan jij even je bonuskaart scannen?” vroeg de jongen achter de kassa.

Pieter was stomverbaasd en dacht bij zichzelf: “Jij?” Een mix van irritatie en teleurstelling overviel hem. “Waar is het respect gebleven?” vroeg hij zich af.

Pieter is grootgebracht in een tijd waarin beleefdheid een groot goed was. Zo was het heel normaal dat jongeren u zeiden tegen ouderen.

“Je moest wel héél close zijn met iemand om zomaar ‘jij’ te zeggen,” vertelt hij. Echter bestaat die goede tijd niet meer volgens hem.

“Het lijkt wel alsof de jeugd tegenwoordig helemaal niet meer weet wat beleefdheid betekent. Ze denken zeker dat iedereen hun vriend is.”

Het gebeuren in de supermarkt blijft in zijn hoofd hangen, dit omdat hij het helaas steeds vaker meemaakt.

“In winkels, bij de dokter, zelfs op straat. Jongeren hebben gewoon geen idee meer hoe ze met ouderen moeten omgaan.”

Hij snapt dat het heden niet te vergelijken is met het verleden en dat tijden veranderen, echter blijft hij het lastig vinden. “Ik vraag toch niet veel? Een beetje respect, dat is toch normaal?”

Niet alleen voor zichzelf vindt hij het lastig maar ook voor de jeugd van tegenwoordig. “Ze realiseren zich niet dat ze zichzelf ermee tekortdoen.”

”Als je respect toont, krijg je dat meestal ook terug. Maar als je zomaar iedereen met ‘jij’ aanspreekt, dan kun je negatieve reacties verwachten.”

“Ik weet nog dat ik vroeger een keer een oudere man per ongeluk met ‘jij’ aansprak. Hij keek me aan alsof ik een misdaad had begaan. Dat vergeet je niet snel.”

Toch wil Pieter niet zwart wit denken en het als een generatieconflict zien. “Misschien is het niet eens hun schuld,” overweegt hij.

“Misschien leren ze het gewoon niet meer. Op scholen wordt er anders gesproken, en thuis gaat het vaak ook losser aan toe. Maar ja, dat maakt het voor mensen zoals ik niet makkelijker.”

Pieter besloot de jongen in de supermarkt enkele bezoeken later toch eens aan te spreken. “Ik heb die jongen vriendelijk gevraagd waarom hij me met ‘jij’ aansprak,” vertelt hij.

“Hij keek me aan alsof ik een alien was. ‘Dat zeg ik toch tegen iedereen,’ antwoordde hij.” Pieter zucht. “Ik weet dat hij het niet verkeerd bedoelde, maar het voelde toch respectloos.”

Hij wil benadrukken dat hij niet boos is op jongeren. “Ik snap dat ze opgroeien in een andere tijd, en dat ze andere normen hebben meegekregen.”

”Maar ik hoop dat er toch weer meer aandacht komt voor beleefdheid. Niet alleen voor ouderen, maar voor iedereen. Het zou de wereld toch een stuk vriendelijker maken.”

Pieter besluit positief te blijven. “Misschien moeten wij ouderen ook wat meer geduld hebben. In plaats van meteen boos te worden, kunnen we uitleggen waarom het voor ons belangrijk is om met ‘u’ aangesproken te worden.

”Wie weet leren ze er iets van.” Verwachtingen bij stellen vindt hij echter wel lastig. “Soms wil je gewoon dat dingen blijven zoals ze waren.”

“Ik hoop dat we weer meer naar elkaar gaan luisteren en elkaars normen en waarden respecteren. Dat is wat echt telt, niet hoe oud je bent of hoe je iemand aanspreekt.”

”Maar een beetje beleefdheid kan geen kwaad.” Knipogend voegt hij eraan toe: “En zeg maar gewoon ‘u’ tegen mij, dat voelt toch net even beter.”