
Ga je op vakantie? In deze landen kun je alleen met contant geld betalen!
15 juni 2025Hoewel we in Nederland gewend zijn aan pinnen, contactloos betalen en handige betaalapps, zijn er nog steeds landen waar je zonder contant geld weinig kunt beginnen.

Zeker op vakantie kan het ontbreken van cash voor flinke verrassingen zorgen. In sommige landen werken betaalpassen slecht of helemaal niet en is ook een creditcard niet altijd een oplossing.
Dat heeft vaak te maken met beperkte digitale infrastructuur of frequente storingen. Daarnaast geven ondernemers in sommige landen simpelweg de voorkeur aan contant geld, bijvoorbeeld vanwege lagere kosten of betere controle over de inkomsten.
Cuba: zonder cash kom je nergens
Een goed voorbeeld is Cuba. Het land kent een ingewikkeld financieel systeem en buitenlandse pinpassen werken er meestal niet.
Amerikaanse creditcards zijn vrijwel nergens bruikbaar en pinautomaten zijn schaars – en als je er een vindt, is het afwachten of hij werkt.
Reizigers doen er daarom goed aan om contant geld mee te nemen, bij voorkeur euro’s of Canadese dollars. Amerikaanse dollars worden namelijk extra belast bij het wisselen.
Kleine aankopen betaal je met de Cubaanse peso (CUP), maar voor hotels, restaurants en excursies is vaak buitenlandse valuta nodig.
Myanmar: nog lang niet overal digitaal
In Myanmar is er de laatste jaren vooruitgang geboekt, maar in landelijke gebieden zijn bankpassen nog altijd weinig waard. Buiten de grotere steden is de digitale betaalinfrastructuur beperkt.
Toeristen wordt daarom geadviseerd om nieuwe, onbeschadigde Amerikaanse dollars mee te nemen. Biljetten met scheurtjes of vouwen worden vaak geweigerd door banken.
Iran: pinnen niet mogelijk
Iran is door internationale sancties grotendeels afgesloten van het wereldwijde betaalsysteem. Visa, Mastercard en andere internationale kaarten werken hier niet. Alles moet dus contant worden betaald.
Meestal gebeurt dat met euro’s of Amerikaanse dollars, die je in het land kunt omwisselen naar Iraanse rial. De koers op straat is vaak gunstiger dan bij officiële wisselkantoren.

Egypte: buiten de resorts liever cash
In toeristische plekken als Sharm-el-Sheikh en Hurghada is pinnen vaak geen probleem. Maar reis je buiten deze gebieden, dan is contant geld onmisbaar. Kleine winkels, taxi’s en lokale eetgelegenheden accepteren vaak geen kaart.
Zorg dus dat je altijd voldoende Egyptische ponden bij je hebt. Gebruik alleen betrouwbare pinautomaten en wees alert bij het wisselen van geld.
Marokko: cash blijft handig
In grote steden zoals Marrakech en Casablanca kun je op veel plekken met een pas betalen. Toch blijft contant geld nodig, zeker op markten of bij kleine ondernemers.
Euro’s of dirhams zijn handig om bij je te hebben. Wissel bij erkende wisselkantoren en bewaar altijd de bon. En een tip: afdingen gaat vaak makkelijker met contant geld op zak.
Indonesië: buiten Bali is cash koning
In Jakarta en Bali is digitaal betalen inmiddels vrij normaal. Maar wie de minder toeristische eilanden bezoekt, merkt dat veel bedrijven alleen contant accepteren. Ook pinautomaten zijn daar minder te vinden.
Neem daarom voldoende Indonesische roepia’s mee als je van de gebaande paden afgaat. Dat voorkomt ongemakken.
Nepal: vooral buiten de stad
In Kathmandu of Pokhara kun je vaak nog pinnen, maar daarbuiten wordt dat lastig. Wie gaat trekken of dorpen in de bergen bezoekt, moet vooraf voldoende contant geld regelen.
Het is verstandig om in de hoofdstad geld te wisselen, want verderop zijn de mogelijkheden beperkt.
Conclusie: pinnen mag dan in veel landen vanzelfsprekend zijn, dat geldt zeker niet overal. Wie goed voorbereid op reis gaat, voorkomt financiële verrassingen. Contant geld meenemen is in sommige gevallen geen keus, maar noodzaak.